“Martha, Martha, gij bekommert en verontrust u over vele dingen…”
Lukas 10:4

Als we altijd druk zijn, zitten we er naast. Immers, de Heere Jezus zegt: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’ Rust is iets anders dan haast en drukte. Waar gaat het dan mis?

Dat heeft iets te maken met onze tijd, die bijzonder haastig is. Maar het heeft ook iets te maken met ons hart. Immers, in de tijd van Martha bestonden er nog geen media en overvolle winkels, en toch was zij ook zo gejaagd. De Heere Jezus vertelt haar hier, wat het probleem is.

Daarom spreekt Hij haar indringend persoonlijk aan: ‘Martha, Martha…’ En doet Hij het zo niet ook naar een ieder van ons? Als Hij Zijn woord laat horen, dan bedoelt Hij nadrukkelijk ons. Hij roept ons bij onze naam, Hij kijkt ons in het hart: ‘O mens, mens!’ Daarin vraagt Hij om onze aandacht en daarin toont Hij Zijn liefde. Hij laat ons zomaar onze dwaze gang gaan!

Wat is er met Martha aan de hand? Aan de buitenkant was al zichtbaar, dat ze nog maar aan één ding kon denken, daarover hebben we het reeds gehad bij de woorden ‘Martha was zeer bezig’. Dat is waarschijnlijk alles wat de discipelen gezien hebben, en zij hebben daarom nog wel bewondering voor deze vrouw gehad. Maar Jezus kijkt er áchter. ‘Gij bekommert u’, zegt Hij.

Deze woorden gaan over haar (en ons) hart. Elders wordt hetzelfde woord vertaald met ‘bezorgd zijn’. Twee hoofdstukken verder (Lukas 12:22) zegt Jezus: ‘Zijt niet be­zorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waar­mee gij u kleden zult.’ En Paulus schrijft: ‘Weest in geen ding be­zorgd’  (Filipp. 4:6). Daarmee wordt niet bedoeld dat je nergens voor zorgen mag (Luk. 14:28). Maar het goede zorgen gaat alleen over dat stuk waar wij zelf verantwoordelijk zijn. Bezorgdheid betekent, dat je ook datgene in de hand hebt waar Gód verantwoordelijk voor is.

Alsof zonder onze inzet wij morgen geen kleding hebben (Luk. 12:22).

Alsof wij zonder onze slimheid monddood zullen zijn (Luk. 12:11).

Alsof wij met onze zorg de wereld moeten redden.

Alsof wij met onze vroomheid de kerk in stand houden.

En Martha: alsof zonder haar ijver alles in de soep zal lopen.

Daar gaat het mis met Martha. Zij bekommert zich, zij is overbezorgd, zij denkt dat zij onmisbaar is. Als we er over nadenken, gaat het zelfs zo ver dat ze denkt dat zij Jezus in leven moet houden: ‘Als we geen eten hebben voor de Heere, hoe moet het dan verder met Hem?’ Dat heeft ze vast niet letterlijk zo gedacht, maar zo werkt het wel. Martha denkt dat Jezus afhankelijk is van haar en vergeet dat zij afhankelijk is van Jezus.

Herkenbaar? We zien de wereld om ons heen in crisis­stand. De bestrijding van corona hing af van onze maat­rege­len, Israëls lot hangt af van het leger, de redding van het klimaat hangt af van onze acties, de redding van Nederland hangt af van wie er nu premier wordt, de redding van de kerk hangt af van onze trouw en vasthoudendheid.

En persoonlijk. Natuurlijk zijn we vaak druk met onbelangrijke dingen. Daarover zullen we het nog wel hebben bij het woord ‘gij verontrust u’. Maar we zijn ook bekommerd over dingen die op zich wel waarde hebben. Hoe houd ik mijn gezin overeind, hoe red ik het op mijn werk, hoe zorg ik voor genoeg geld voor iedere maand, hoe houd ik mijn bedrijf in stand. ‘Gij bekommert u…!’

‘Maar wie van u kan, door bezorgd te zijn, één el tot zijn lengte toe doen?’ God vraagt wel om onze bezig­heid maar niet om onze bezorgdheid! Die betekent namelijk altijd overschatting van onszelf en onderschatting van God.

‘Aanmerkt de vogelen des hemels’ zegt de Heere Jezus daarom. Doen zij niets? Jawel, zij moeten ook hun kostje bij elkaar scharrelen. Maar zij maken zich niet bezorgd, zij leven uit de hand van God. En als die God Die voor de vogels alleen een Schepper is nu voor u een Vader is, hebt u dan geen reden om het aan Hem over te laten om uw leven in stand te houden?

Of… mankeert het daaraan? Moet u eerlijk bekennen dat u God niet als uw Vader kent? Dan is het helemaal logisch dat u (over)bezorgd bent. ‘Zonder God en zonder hoop in de wereld’ – dan moet je het dus zelf redden. Maar zo leeft niet alleen de wereld, zo leven ook kerkmensen. Geen echt vertrouwen in de Vader. Waarom niet? Omdat er geen echt vertrouwen is in de Zoon. Daar begint het toch: bij de Zoon die vrijmaakt van de diepste nood. Als je je zonden aan Hem kwijt kunt, dan kun je alles aan Hem kwijt. Als Hij u wil redden van de eeuwige dood, dan wil Hij ook zorgen voor uw dagelijks leven. Dus zoek deze God als Vader te kennen! En besef dan ook wat het betekent, dat Hij een echte Vader is. ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.’

M. van Reenen V.D.m.