15. Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. 16. Want al wat in…
20. En Achab zeide tot Elía: Hebt gij mij gevonden, o mijn vijand? En hij zeide: Ik heb u gevonden, overmits gij uzelven verkocht hebt om te doen wat kwaad…
3. Maar Naboth zeide tot Achab: Dat late de HEERE verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou.
48. En Hij zeide tot haar: Dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
16. Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal, en hij noodde er velen. 17. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure des avondmaals, om…