“Zo ik naar de mens tegen de beesten gevochten heb in Efeze, wat nuttigheid zou het mij geven indien de doden niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.” (1 Korinthe 15:32)

Zonder God en zonder hoop in deze wereld te zijn is de meest troosteloze boel, die er bestaat. En toch leven tal van mensen zo. Van nature allemaal. Daarom is het niet zo vreemd dat het zo algemeen is. Paulus mocht door de genade die hem gegeven was een uitzondering zijn die de regel bevestigt. Gelukkig zijn er zulke uitzonderingen meer. Er is zelfs een hele schare van, die niemand tellen kan. Het zal er maar om gaan of u en ik daarbij zijn!

In Efeze werd door sommige invloedrijke dwaalleraars  de opstanding van de doden op de jongste dag geloochend. De opstanding zou alleen een geestelijke zaak zijn (het komen tot geloof) en niet ook een lichamelijk gebeuren  op de jongste dag. De consequentie van deze opvatting is dat er dan ook geen sprake kan zijn van een lichamelijke opstanding van Christus. Waar geen oogst is, is immers ook geen eersteling van de oogst. En waar Christus niet is opgewekt is alles tevergeefs. Prediking, geloof, maar ook alle lijden dat voor Zijn naam ondergaan is. Allemaal voor niks.

Waarvoor zou Paulus zich dan alle uren in gevaar begeven? Zijn leven was daadwerkelijk niet meer dan een gestadige dood. Iedere dag in doodsgevaar. Waarom eigenlijk als Jezus toch niet is opgewekt? Dan heeft het gewoon geen enkel nut of zin.

Paulus denkt in dat verband aan een voorval, dat hij meemaakte tijdens zijn langdurige verblijf in Efeze. Hij heeft daar namelijk tegen de wilde beesten gevochten. Sommigen denken dat dit letterlijk moet worden opgevat. Hij zou dan in de arena hebben gestaan en het tegen leeuwen hebben moeten opnemen. Maar deze letterlijke opvatting kan om meerdere redenen echter niet juist zijn. Ten eerste was Paulus een Romeins staatsburger en die mocht nimmer zoiets worden aangedaan. Paulus had zich met succes op zijn staatsburgerschap kunnen beroepen indien men zoiets met hem  van plan was. Bovendien zou de apostel dit net zo min als ieder ander mens hebben overleefd als zijnde een wel zeer ongelijke strijd. Hij bedoelt dit dan ook veeleer als bij wijze van spreken. De woorden ‘’naar de mens’’ zijn zo op te vatten: op een menselijke manier erover gesproken. Hij heeft het in Efeze , waar hij drie jaar verbleef,  meerdere keren heel zwaar te verduren gehad. Zo zwaar, dat je het wel een strijd tegen beesten zou kunnen noemen. Maar waarvoor zou je jezelf al die moeite op de hals halen, als alles toch ijdel is? Het zou dan toch veel wijzer zijn jezelf een gemakkelijker leven te gunnen.

Inderdaad, als Christus niet zou zijn opgewekt, dan is het tijd voor galgenhumor. Laat ons dan eten en drinken want morgen sterven wij. Paulus citeert hier Jesaja, die de losbollige inwoners van Jeruzalem hetzelfde laat zeggen (Jes. 22:13). Zij hebben dikke vreugde met runderen te slachten en wijn te drinken, want geniet van het leven , het duurt maar even. Pluk de dag! Het is het enige “geloof” dat zeer veel mensen in deze tijd nog beoefenen. Het heeft ook heel wat aanhangers binnen de kerken. Wilt u weten hoe de Heere er op reageert bij Jesaja ? Zo u deze ongerechtigheid verzoend wordt totdat gij sterft! Zij zal u dus geenszins vergeven worden! Je zult troosteloos sterven.

Toch is dit hetgeen erover blijft als wij niet leven vanuit de opstanding van Christus. Dus niet alleen wanneer wij die ontkennen zoals sommigen in Korinthe deden. Maar ook als het een dode belijdenis voor ons is. Als wij Pasen houden met minder vreugde dan onze verjaardag. Als Goede Vrijdag ons niet deed wenen en Pasen ons niet doet juichen. Dan leven we buiten de werkelijkheid van Christus. Dan is Carpe Diem onze hoogste levenswijsheid. Paulus heeft gelijk: hij had dan ook niet al die moeite in Efeze behoeven te dragen. Je kunt maar beter van het leven genieten zolang het duurt. Dan heb je tenminste nog wat voordat het licht uitgaat. Beste lezer, ben je ook al niet wijzer dan zo? Ik moet toegeven dat je wel een echt kind van deze tijd bent. Maar dat is dan ook alles, want je bent verder een dwaas.

Paulus roept ons krachtig tot de orde. Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven goede zeden. Dat is een citaat vanuit de heidense dichter Menander, een Epicureër.  Het betekent:  al zulke praat brengt niets dan zedenverwildering met zich mee. Dat zien we immers ook in onze tijd voor onze ogen gebeuren. De mens raakt meer en meer los van alles. Iedere onderscheiding van goed en kwaad valt weg. Alles wat heilig is staat ter discussie. Normen en waarden verschuiven als wisselende panelen, ook op Urk en het  gaat ook de Moria niet voorbij. Komt het ten diepste niet daardoor omdat we niet vanuit de opgestane Christus leven? Dat maakt zorgeloos en nonchalant. Het brengt tot een mentaliteit van: wat zou het ? Maak je niet dik, want dun is de mode. Alles is ijdelheid en dus  nog maar een poosje genieten. Als het op is dan zien we maar weer.

Paulus hijst in Korinthe de stormbal. Wij moeten u de misthoorn laten horen. Waakt op rechtvaardiglijk en zondigt niet! Want sommigen (Gode zij dank niet allen) hebben de kennis niet. Ik zeg het u tot schaamte. Als dat dus ook van u, lezer, geldt of van jou, dan weet je wat je doen moet: je schamen! En je moet echt en terecht wakker worden. En niet langer zondigen door op zo’n losbollige manier verder te leven. Het moet tot ware kennis van Christus komen  en van de kracht van Zijn opstanding. Want met een zorgeloos leven als een eenentwintigste eeuwse  Epicureër ga je zeker verloren. Je loopt stuk tegen de klippen. Dan kun je nog maar beter zoals Paulus tegen de beesten te strijden hebben. Maar dan wel vanuit de wetenschap: het is niet zonder nuttigheid, want Christus is opgestaan en wij zullen met Hem volgen. Dat is een leven met vaste hoop.

Ds. J.L. Schreuders