16 februari 2020

Mattheüs 9:1-8

Predikant:

1. En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende.
2. En Jezus hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven.
3. En zie, sommigen der schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert God.
4. En Jezus ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten?
5. Want wat is lichter, te zeggen: De zonden zijn u vergeven; of te zeggen: Sta op en wandel?
6. Doch opdat gij moogt weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op en ga heen naar uw huis.
7. En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis.
8. De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd en God verheerlijkt, Die zodanige macht den mensen gegeven had.