“Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders, zijn dezen, die Gods Woord horen en datzelve doen.”
(Lukas 12:21)

Deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden in ongeveer dezelfde tijd dat Jezus de gelijkenis van het zaad heeft uitgesproken. Wij stonden  bij die gelijkenis  viermaal  stil. Viermaal hetzelfde Schriftgedeelte lezen in de kerk. Moest dat nou zo nodig? Ja, want het ging steeds over een andere tekst. Het was niet vier keer hetzelfde. Het zaad viel op vier verschillende plaatsen. En alle kans dat u/jij erbij was, bij een van de vier. Daar durf ik wel voor met de hamer op mijn duim te slaan.

Het ging in die gelijkenis over horen en dan…? Op alle vier de plaatsen van de akker werd het  Woord van God gehoord. Maar er zijn wijze en dwaze bouwers, zo zegt Jezus aan het einde van de Bergrede. Ook bij hen zat het verschil niet in het horen. Maar de wijze bouwers doen wel hetgeen zij horen, de dwaze doen het niet. Ook nu weer: alle kans dat u/jij een van die beide bent. Mijn duim doet al zeer.

Jezus is in Galilea. Ook nu zijn er veel mensen op de been. Evenals in de geschiedenis van de vier vrienden, die een verlamde op een bed bij Jezus wilden brengen, kunnen mensen niet bij Jezus komen omdat zij niet door de mensenmassa heen komen. Het zijn niemand minder dan Jezus’ moeder en Zijn broeders. Jezus had vier broers: Jakobus, Joses, Judas en Simon en ook waren er zusters van wie wij de namen overigens niet kennen. Het zijn natuurlijk kinderen die na Jezus geboren zijn uit het huwelijk van Jozef met Maria. Het “Maria-altijd-maagd” is een Rooms sprookje. De Schrift zegt duidelijk: Jozef bekende Maria niet totdat zij haar eerstgeboren zoon gebaard had. Daarin ligt opgesloten: en daarna natuurlijk wel. In feite waren het halfbroers, naar de wet  (rechtens)echter volle broers, zoals Jozef rechtens Zijn vader was. Jezus heet dan ook nergens de Eniggeborene van Maria, maar altijd de eerstgeboren Zoon van Maria en de Eniggeborene des Vaders .

Zij zoeken nu Jezus. Waarvoor dat was, lezen wij niet. Maria bewaarde het geheim van haar Kind in haar hart, al zal dat ook best wel eens aangevochten zijn geweest. Zijn broeders geloofden domweg niet in Hem. Wij lezen dan ook op een andere plaats in het evangelie dat zij naar Hem toe kwamen omdat zij dachten dat Hij uitzinnig was en tegen Zichzelf in bescherming moest worden genomen. Of dat ook ditmaal zo was, valt te betwijfelen. Hoe dan ook, zij moesten  op afstand blijven staan, omdat er geen doorkomen aan was. Maar blijkbaar zijn ze door mensen uit de scharen wel herkend of hebben zij zelf mensen aangesproken. Men boodschapt Hem: Zij staan daar buiten  en begeren U te zien. Wat zal Jezus antwoorden?

Teleurstellend. Ga je zo met je moeder en je broeders om? Eert Jezus haar niet en slaat Hij familiebanden in de wind? Zondigt Hij hier niet tegen het gebod van God? Nee, gemeente, Jezus maakt hier duidelijk dat het in het koninkrijk Gods vooral om geestelijke banden gaat. Niet de natuurlijke afkomst maakt je tot ware familie van Jezus. Zelfs niet wanneer je Zijn moeder bent. Rome heeft haar dan ook volkomen onterecht op een voetstuk geplaatst. Ik wijs u in dat verband op iets dat we verderop in Lukas lezen. Daar roept een vrouw uit de schare tot Jezus: Zalig de buik, die U heeft gedragen en de borsten, die Gij hebt gezogen. Jezus antwoordt dan: Ja, zalig zijn zij die het Woord Gods horen en het bewaren. Dat is belangrijker  dan Jezus te hebben gezoogd. Dat maakt pas echt gelukzalig. Het had ook Maria tot een geestelijke moeder van Jezus gemaakt.

Daarover gaat het nu ook hier. Wie zijn Jezus’ moeder en Zijn broeders?  Dat zijn degenen, die rondom Hem staan om het Woord van God te horen. Te horen om te doen, want horen alleen is niet genoeg. Dat hebben wij als het goed is uit de preken over de Zaaier wel begrepen. Geloof, bekering en gehoorzaamheid aan de wil van Zijn Vader, dat zijn de kenmerken van Jezus’ geestelijke familie. Daaruit blijkt of je een kind, een zoon of dochter van God bent. Uit Hem geboren. En ben je uit Hem geboren dan moet je wel een broeder zijn van Zijn enige echte natuurlijke Zoon, die ook uit Hem geboren is, al voor de tijden der eeuwen. Je hebt je kindschap  aan die Zoon te danken want dankzij Hem worden zondaren kinderen van God. Door een oprecht geloof: familie van Jezus.

Jezus wijst dus op het belangrijkste. Hij ziet de mensen om Hem heen, die naar Zijn Woord horen. Die zijn Mijn familie, zo zegt Hij. In Jezus’ antwoord ligt vanzelf ook een dringend appèl op de scharen. Laat het niet alleen bij horen van het Woord. Het komt aan op de vrucht van het horen. Het gaat om Woord en daad. Zijt niet alleen hoorders des Woord, maar ook daders van het werk, zo zegt Jakobus, de broeder des Heeren in zijn zendbrief. Hij heeft het uiteindelijk toch ook begrepen hoe je echt familie van Jezus wordt. Horen en doen. Zo kunnen ook wij familie van Hem worden. Is het geen groot wonder? Kunt u het zich voorstellen. Zo’n grote zondaar en toch in hoger rang dan Zijn moeder en Zijn broeders.

Ds. J.L. Schreuders