“Welke is aan de rechterhand Gods, opgevaren ten hemel, de engelen en machten en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde.”
(
1 Petrus 3:2)

Evenals Paulus rijgt ook Petrus de heilsfeiten aaneen. De heilsfeiten vormen met elkaar het ene verlossingswerk van Christus. Eerst spreekt hij (in vers 13) over Zijn verzoenend lijden en sterven. Dat is de basis van alle heil en zaligheid en daarvoor is Hij in de wereld gekomen: Hij heeft  voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen. Daarna noemt Petrus  de opstanding: daarin ligt de goedkeuring van God op het verzoenend sterven van de Zoon. Vandaar dat daarin  antwoord ligt op de hartenvraag om een goed geweten tot God te mogen ontvangen. Tenslotte komt Petrus bij de hemelvaart. Hij is naar de hemel  opgevaren, gereisd, zo staat er letterlijk. Zodoende is Hij nu aan de rechterhand van God.

Dat betekent dat alle machten in hemel en op aarde aan Hem ondergeschikt zijn. De engelen en machten en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde, zo staat er. Daar zijn allereerst de goede engelen  onder begrepen. In de brief aan de Hebreeën staat: zoveel treffelijker is Hij geworden dan de engelen als Hij uitnemender Naam boven hen geërfd heeft. Bij Zijn terugkeer in de hemel hebben dan ook alle engelen Gods Hem aanbeden. Was Hij dan niet altijd al boven de engelen? Jawel , maar wij mogen niet vergeten dat Hij bij de menswording en in Zijn lijden een weinig minder dan de engelen geworden is. Precies zoals wij dat door de zonde geworden zijn. Hij werd ons ook daarin gelijk. In Zijn verheerlijking is Hij echter weer boven de engelen geplaatst. Hij is der engelen Heere. Dat vindt geen engel erg. Hoor ze maar juichen bij de troon waar Hij zit. Zij brengen Hem de lof en de eer. Zij laten zich ook maar al te graag heenzenden om de Zijnen te dienen. In Christus staan die namelijk ook weer boven de engelen. Het is een troost voor heel Gods kerk en voor ieder levend lidmaat daarvan dat de engelen Christus tot hun Hoofd hebben en Hem onderdanig zijn. Dat kan niet anders dan goed  zijn voor al Zijn gelovigen!

Maar er zijn er meer aan Hem onderworpen dan de goede engelen alleen. Paulus spreekt ergens over de overheden en heerschappijen. Daarmee zijn dus de aardse machten bedoeld. Ook in onze tekst valt daar aan te denken als Petrus het over machten en krachten heeft. Vaak staan die aardse machten onder invloed van de boze Satan. Dat was ook toen al zo. Denk maar aan het Romeinse rijk, dat zo vijandig tegen de onderdanen van Christus optrad. Nu is dat vaak niet anders. Onze overheid zegt neutraal te zijn maar kan dat eigenlijk wel? Je bent altijd voor of tegen. Het lijkt erop dat gaandeweg de aap uit de mouw komt. Zo lang het nog duurt mag de kerk er mee tevreden zijn dat zij hooguit nog getolereerd wordt. In veel landen is zelfs dat niet het geval. Er zijn tal van christenen, die onder de aardse machten moeten lijden. In de Openbaring aan Johannes staat dat het beest van de staatsmacht zijn macht heeft ontvangen  van de draak. Je weet dus uit welk vaatje de kwade overheden tappen.

Maar: Zij zijn aan Christus onderdanig gemaakt. Dat is de troostrijke wetenschap voor de gehele kerk en voor alle strijdende leden ervan. De Heere regeert, Hij is met hoogheid bekleed;  de Heere is bekleed met sterkte, Hij heeft Zich omgord (Ps. 93:1). Die Heere is Christus. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. De machten en de krachten kunnen niet verder gaan dan Zijn hand hun toestaat. Niet verder dan dat geschreven staat in het verzegeld boek, dat door Hem geopend wordt.

Daarom hoeft een hulpeloos volk van God nooit te wanhopen!  Het wormpje Jakobs, het Volkje Israels hoeft niet te vrezen. Zij doen het vaak wel, maar het hoeft niet. Alles is Hem onderdanig gemaakt. Ben je Zijn vijand, weet dan dat je Hem tegen hebt en maak je borst maar nat. Ben je de Zijne, dan ben je in goede en veilige handen. Geen overheden en machten kunnen je scheiden van de liefde Gods welke is in Christus Jezus, onze Heere. Al maken zij zich sterk tegen je, de Heere lacht om hun gewoel. Hij is immers de Heere der heren en de Koning der koningen, de Ruiter op het witte paard. Al Christus’ onderdanen mogen trots zijn op die Koning! Is Hij ook al uw trots?

Ds. J.L. Schreuders