1 Samuël 23:16, 19 en 27
16. Toen maakte zich Jónathan, de zoon van Saul, op en hij ging tot David in het woud; en hij versterkte zijn hand in God.
19. Toen togen de Zifieten op tot Saul naar GÃbea, zeggende: Heeft zich niet David bij ons verborgen in de vestingen in het woud, op den heuvel van HachÃla, die aan de rechterhand der wildernis is?
27. Doch daar kwam een bode tot Saul, zeggende: Haast u en kom, want de Filistijnen zijn in het land gevallen.