20. Na dit alles, toen Josía het huis toebereid had, toog Necho, de koning van Egypte, op om te krijgen tegen Kárchemis aan den Frath; en Josía toog uit hem…
1. Daarna hield Josía het pascha den HEERE te Jeruzalem; en zij slachtten het pascha op den veertiende der eerste maand. 2. En hij stelde de priesters op hun wachten;…
23. En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israëls: Zegt den man die ulieden tot Mij gezonden heeft: 24. Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal…
8. In het achttiende jaar nu zijner regering, als hij het land en het huis gereinigd had, zond hij Safan, den zoon van Azália, en Maäséja, den overste der stad,…
4. En men brak voor zijn aangezicht af de altaren der Baäls; en de zonnebeelden die omhoog boven dezelve waren, hieuw hij af; de bossen ook en de gesneden en…
3a. Want in het achtste jaar zijner regering, toen hij nog een jongeling was, begon hij den God van zijn vader David te zoeken;
25. Maar het volk des lands sloeg hen allen die de verbintenis tegen den koning Amon gemaakt hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josía koning in zijn…
13. Zo Ik den hemel toesluite, dat er geen regen zij, of zo Ik den sprinkhanen gebiede het land te verteren, of zo Ik pest onder Mijn volk zende, 14.…
7. En in denzelven tijd kwam de ziener Hanáni tot Asa, den koning van Juda, en hij zeide tot hem: Omdat gij gesteund hebt op den koning van Syrië en…