Tekst: Spreuken 30:8b-9 8b. armoede of rijkdom geef mij niet, voed mij met het brood van het mij bescheiden deel, 9. Opdat ik zat zijnde, U dan niet verloochene en…
6. Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
7. Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen die oprechtelijk wandelen,
13. Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. 14. Welgelukzalig is de mens die geduriglijk vreest; maar die zijn hart…
23. Keert u tot Mijn bestraffing; zie, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekendmaken.
23. Zijt naarstig om het aangezicht uwer schapen te kennen, zet uw hart op de kudden. 24. Want de schat is niet tot in eeuwigheid; of zal de kroon van…