19. O Heere, hoor, o Heere, vergeef, o Heere, merk op en doe het, vertrek het niet; om Uws Zelfs wil, o mijn God; want Uw stad en Uw volk…
1. In die dagen werd Hizkía krank tot stervens toe; en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem en zeide tot hem: Zo zegt de HEERE: Geef…
1. En er was een mens uit de farizeeën, wiens naam was Nicodémus, een overste der Joden. 2. Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij…
1. Er was een man van Ramatháïm Zofim, van het gebergte van Efraïm, wiens naam was Elkana, een zoon van Jeróham, den zoon van Elihu, den zoon van Tochu, den…
1. Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. 2. Alle rank die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en alle die vrucht draagt,…
40. Hij zeide tot hen: Komt en ziet. Zij kwamen en zagen waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.
1 Koningen 16 34. In zijn dagen bouwde Hiël, de Betheliet, Jericho; op Abíram, zijn eerstgeboren zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten zoon, heeft hij haar…
15. En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde zijn naam: De HEERE is mijn Banier. 16. En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo…
27. En als Jezus vandaar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: Gij Zone Davids, ontferm U onzer! 28. En als Hij in huis gekomen was, kwamen de…