Tekst: 1 Koningen 19:19-21 19 Zo ging hij vandaar en vond Elísa, den zoon van Safat; diezelve ploegde met twaalf juk runderen voor zich heen, en hij was bij het…
1 Koningen 16 34. In zijn dagen bouwde Hiël, de Betheliet, Jericho; op Abíram, zijn eerstgeboren zoon, heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten zoon, heeft hij haar…
20. En Achab zeide tot Elía: Hebt gij mij gevonden, o mijn vijand? En hij zeide: Ik heb u gevonden, overmits gij uzelven verkocht hebt om te doen wat kwaad…
3. Maar Naboth zeide tot Achab: Dat late de HEERE verre van mij zijn, dat ik u de erve mijner vaderen geven zou.
13a. En het geschiedde als Elía dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel en uitging en stond in den ingang der spelonk.
38. Alle gebed, alle smeking, die van enig mens, van al Uw volk Israël geschieden zal; als zij erkennen een ieder de plaag zijns harten, en een ieder zijn handen…