21. Doch de HEERE was met Jozef en wendde Zijn goedertierenheid tot hem, en gaf hem genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis.
2. En ik zag, en zie, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij…
20. Toen begon Hij de steden in dewelke Zijn krachten meest geschied waren, te verwijten, omdat zij zich niet bekeerd hadden: 21. Wee u, Chórazin, wee u, Bethsáïda. Want zo…
19. Samuël nu werd groot; en de HEERE was met hem en liet niet één van al Zijn woorden op de aarde vallen.
6. En te middernacht geschiedde een geroep: Zie, de bruidegom komt, gaat uit, hem tegemoet.
43. En een vrouw die twaalf jaren lang den vloed des bloeds gehad had, welke al haar leeftocht aan medicijnmeesters ten koste gelegd had, en van niemand had kunnen genezen…
39. Maar indien het uit God is, zo kunt gij dat niet breken; opdat gij niet misschien bevonden wordt ook tegen God te strijden.