8. Dat is de stem mijns Liefsten, zie Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen. 9. Mijn Liefste is gelijk een ree of een welp der…
5. Als nu de koning David tot aan Bahûrim kwam, zie, toen kwam vandaar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simeï, de…
16. Toen zeide Simson: Met een ezelskinnebak, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebak heb ik duizend man geslagen. 17. En het geschiedde als hij geëindigd had te spreken, zo…
7. En Hij zeide tot de genoden een gelijkenis, aanmerkende hoe zij de vooraanzittingen verkoren, zeggende tot hen: 8. Wanneer gij van iemand ter bruiloft genood zult zijn, zo zet…
13. Daarom, zie, Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn, en Ik zal naar haar hart spreken.
18. Want het woord des kruises is wel dengenen die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods.
2. Het begin van het woord des HEEREN door Hoséa. De HEERE dan zeide tot Hoséa: Ga heen, neem u een vrouw der hoererijen en kinderen der hoererijen; want het…
8. En de koning van Syrië voerde krijg tegen Israël, en beraadslaagde zich met zijn knechten, zeggende: Mijn legering zal zijn in de plaats van zulk een. 9. Maar de…
1. Als nu David een weinig van de hoogte was voortgegaan, zie, toen ontmoette hem Ziba, Mefibóseths jongen, met een paar gezadelde ezels, en daarop tweehonderd broden, met honderd stukken…