24. Als nu Pilatus zag dat hij niet vorderde, maar veelmeer dat er oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig van…
9. Toen is vervuld geworden hetgeen gesproken is door den profeet Jeremía, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren penningen genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israëls, Denwelken…
3. Toen heeft Judas, die Hem verraden had, ziende dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de dertig zilveren penningen den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht, 4. Zeggende: Ik…
27. Toen antwoordde Petrus en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal ons dan geworden? 28. En Jezus zeide tot hen: Voorwaar Ik…
26. En Jezus hen aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
16. En zie, er kwam een tot Hem en zeide tot Hem: Goede Meester, wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? 17. En Hij zeide tot…
24. En als zij te Kapérnaüm ingekomen waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt Hij de didrachmen niet? 25. Hij zeide: Ja. En toen…
1. En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. 2. En Jezus…
8. Dit volk genaakt Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij;