27. Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.…
21. Jezus deze dingen gezegd hebbende, werd ontroerd in den geest, en betuigde en zeide: Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, dat een van ulieden Mij zal verraden.
35. Des anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. 36. En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Zie, het Lam Gods. 37. En die twee discipelen…
16. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
21. Die Mijn geboden heeft en dezelve bewaart, die is het die Mij liefheeft; en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal hem liefhebben, en…
14. Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
22. Judas, niet de Iskariot, zeide tot Hem: Heere, wat is het, dat Gij Uzelven aan ons zult openbaren, en niet aan de wereld? 23. Jezus antwoordde en zeide tot…
1. Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de beek Kedron, waar een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen. 2. En Judas, die Hem…
15. Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik.…