21. En Jezus hem aanziende, beminde hem en zeide tot hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat gij hebt en geef het den armen, en gij zult…
6. Als hij nu Jezus van verre zag, liep hij toe en aanbad Hem. 7. En met een grote stem roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen,…
24. En terstond de vader des kinds, roepende met tranen, zeide: Ik geloof, Heere! kom mijn ongelovigheid te hulp.
31. Zo kwamen dan Zijn broeders en Zijn moeder; en buiten staande, zonden zij tot Hem, en riepen Hem. 32. En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden tot…
43. En Jezus, Zijn discipelen tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat deze arme weduwe meer ingeworpen heeft, dan allen, die in de schatkist geworpen…
21. En zij dwongen een Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg.
12. En des anderen daags, als zij uit Bethanië gingen, hongerde Hem. 13. En ziende van verre een vijgeboom, die bladeren had, ging Hij om te zien, of Hij ook…